columns HET RIJK ALLEEN

Toen ik nog een meisje was, hadden wij een soort van tuinman.
Dat was Willie , een echte boeren buitenmens , die werkte op een wollen deken weverij in het dorp waartoe ons bos behoorde.
Elke middag om een uur of vijf kwam hij om de tuin en moestuin bij te houden ; en zaterdag de hele middag.
In die tijd werd op zaterdagmorgen nog gewerkt.
Onze moestuin was prachtig en alles wat hij bij ons niet had geplant bracht hij mee uit zijn eigen moestuin ; daar had hij kennelijk ook nog tijd voor.
Waarschijnlijk is door die dagelijks verse aanvoer mijn voorliefde voor de boerenkeuken ontstaan en ongetwijfeld hebben daar de familierecepten van mijn Oma ook aan bijgedragen.
Zo als het hoorde aten wij in die dagen met de seizoenen en ja dan had je soms 4 dagen kool , steeds op een andere manier bereid.
Het waren werkelijk de liefste mensen , Willie en zijn vrouw Fien ; ze woonden op een kilometer afstand.
In de zomer van 1962 had ik twee herexamens , dus een maand vakantie in Knokke was er dan ook niet bij.
Ik mocht een week mee en verder moest ik thuis studeren ; achtergelaten onder de hoede van de tuinman en zijn vrouw , die intussen bij ons de grote schoonmaak zou doen.
Zoals te doen gebruikelijk werd begonnen met de slaapkamers om dan steeds verder af te zakken naar de meer belangrijke vertrekken.
Het rijk alleen hebbend bedacht ik dat het leuk zou zijn s’avonds wat vriendjes en vriendinnetjes uit te nodigen voor een instuif , want zo heette in die tijd een pop-up party.
Het hele slaapgedeelte was al grondig onderhanden genomen door Fien , en onberispelijk ; helaas had daar ook het feestje plaats.
Ik dacht in die tijd nog nergens bij na , maar werd de volgende ochtend met de neus op de feiten gedrukt.
Fien in tranen , getroost door haar man de tuinman.
Al haar werk was voor niets geweest : het was een bende.
En wat zo lief was van dat echtpaar is dat ze niet eens boos waren , want ach ja de jeugd he ? Je bent maar een keer jong .
Er is nooit met een woord over dat uit de hand gelopen feestje gerept tegen mijn ouders.
Ze hebben mijn beide ouders lang overleefd en we hebben het er nog vaak over gehad , als ik even ging buurten , zoals een onaangekondigde visite in Brabant heet.
Altijd kreeg ik kistjes vol groente en geweckte producten , en moest ik ook nog vaak blijven eten want dat gebeurde in die tijd ook nog s’middags zoals wij trouwens ook al weer 20 jaar doen .
Nu nog steeds als ik bepaalde groente eet zie ik die in gedachten in de moestuin staan en komen de herinneringen weer boven aan die schatten van mensen uit mijn jeugd.